aardappel
Hollandi
Nimisõna
aardappel / ˈardɑpəl / meessoost
(fail) |
- kartul. Taim Solanum tuberosum.
- kartul. Taime Solanum tuberosum mugul.
- Bartje bidt niet voor aardappels – Bartje ei palveta enne kartuleid
- aardappelen, vlees, groente is de standaard hoofdmaaltijd in Nederland – kartulid, liha, köögivili on Hollandis tavaline lõunasöök
- de volgende dag stond er tijdens het avondeten behalve de karbonaden, gekookte aardappelen en doperwten eveneens een stevige discussie op het programma – järgmisel päeval oli õhtusöögi ajal peale lihatükkide, keedetud kartulite ja herneste ka toitev arutelu programmi üle
- Sünonüümid:
- vananenud: alpikann.
- Sünonüümid:
- vananenud: alpikannimugul.
- Sünonüümid:
Vormid
- mitmus: aardappelen, aardappels
Tuletised
Liitsõnad
- aardappelbeweging
- aardappelbloem
- aardappelboer
- aardappelbovist
- aardappelbrood
- aardappelbuik
- aardappelcampagne
- aardappeldeeg
- aardappeleter
- aardappelgalwesp
- aardappelgerecht
- aardappelgeweer
- aardappelgratin
- aardappelhandelaar
- aardappelhoofd
- aardappelkanker
- aardappelkanon
- aardappelkever
- aardappelkriel
- aardappelkroket
- aardappelloof
- aardappelmeel
- aardappelmes
- aardappelmesje
- aardappelmoeheid
- aardappelmot
- aardappelmousseline
- aardappeloogst
- aardappeloproer
- aardappelpannenkoekje
- aardappelplant
- aardappelpootgoed
- aardappelpoter
- aardappelprijs
- aardappelproduct
- aardappelpuree
- aardappelras
- aardappelrooien
- aardappelrooier
- aardappelsago
- aardappelsalade
- aardappelschil
- aardappelschiller
- aardappelschillertje
- aardappelschilmes
- aardappelschilmesje
- aardappelschuur
- aardappelsla
- aardappelsnuitkever
- aardappelsoep
- aardappelspek
- aardappelstamper
- aardappelstengel
- aardappelstengelboorder
- aardappelstijfsel
- aardappelstroop
- aardappelteelt
- aardappelteler
- aardappeltortilla
- aardappelveld
- aardappelverkoper
- aardappelvlokken
- aardappelvork
- aardappelzak
- aardappelzetmeel
- aardappelzetmeelverwerker
- aardappelziekte
- amylopectineaardappel
- bankaardappel
- consumptieaardappel
- duchesseaardappel
- duinaardappel
- ecoaardappel
- fabrieksaardappel
- genaardappel
- hertoginnenaardappel
- kleiaardappel
- krielaardappel
- plantaardappel
- pootaardappel
- pureeaardappel
- ratteaardappel
- ruimteaardappel
- röstiaardappel
- winteraardappel
- zandaardappel
- zetmeelaardappel
- zomeraardappel
Fraasid
- de aardappelen afgieten
- de domste boeren hebben de dikste aardappelen
- de hete aardappel doorschuiven
- de hete aardappel doorspelen
- de meeste aardappelen al gegeten hebben
- de nieuwe aardappelen niet halen
- een kleine aardappel moet je niet schillen
- een meid en een aardappel kies je zelf
- een mens is geen aardappel
- kijken als een hard geschilde aardappel
- nog geen koude aardappel waard zijn
- praten met een hete aardappel in de keel
- tussen de soep en de aardappels
- waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien
- zo lang aardappels poten als je mest hebt
- zoete aardappel
Päritolu
- Keskhollandi erdappel.
- Analüüsitav liitsõnana sõnadest aarde ('maa, maapind') ja appel ('õun; ümmargune ese'). Võrdle prantsuse fraasiga pomme de terre ('kartul', sõna-sõnalt 'maa õun'). Kartuli kohta võib-olla tõlkelaen ladina fraasist malum terrae.
- Kartulitaime ja -mugula kohta 1708. aastast.
- Alpikannitaime ja -mugula kohta (mugulad olid seasööt) 1351. aastast.
Järglased
- afrikaani: aartappel
Laenud
- islandi: jarðepli